Waaruit bestaat een goed voerbeleid?

Allereerst mag het ruwvoer niet vergeten worden. Hierop moet een paard langer kauwen en dat is net positief. Een paard maakt namelijk vooral speeksel aan wanneer hij kauwt en dat speeksel neutraliseert de zuurgraad van het maagsap. Een paard dat te weinig kauwt, maakt te weinig speeksel aan en heeft meer kans op maagzweren. Let er ook op dat je altijd eerst hooi voert aan je paard voor je krachtvoer verschaft, zodat het krachtvoer niet op een lege maag wordt gegeven.

Voorkom grote porties krachtvoer. Een paard kan met zijn kleine maag niet meer dan maximaal anderhalve kilo krachtvoer ineens verwerken. Het is gezonder om enkele kleine porties over een hele dag te spreiden en vooral bij te voederen na de inspanning. Als je te snel na het voeren gaat sporten, zit hij in een glucosedip waardoor hij juist geen energie heeft.

Verder is beweging voor je paard heel belangrijk. Als hij niet op de wei kan staan, kan een droge paddock of een grote loopstal een oplossing zijn. Hierbij is ook sociaal contact met andere paarden essentieel. Ze zijn niet voor niets een kuddedier. Een paard dat altijd alleen op stal staat is gevoelig voor stress en verveling. Zo zal hij sneller slechte gewoontes ontwikkelen zoals ‘kribben’. Hierbij zet het paard zijn tanden op bijvoorbeeld de rand van de staldeur of de voederbak en zuigt dan lucht aan. Als jouw paard dit doet, probeer hem dan vaker uit de stal te halen of hem meer ruwvoer te geven in de stal zodat hij daarop kan kauwen.

Een goed voerbeleid wordt natuurlijk ook specifiek afgestemd op jouw paard en zijn discipline. Contacteer Aveve voor een persoonlijk advies via onderstaande knop.